De grote lijn
In Nederland gaan kinderen van 4 jaar tot 12 jaar naar de basisschool. Ze krijgen daar primair onderwijs (PO). Het eerste jaar komt het kind in groep 1 en de laatste groep heet groep 8. Als ze 12 jaar zijn gaan ze naar de middelbare school. Daar krijgen ze voortgezet onderwijs (VO). Het VO heeft een praktische leerlijn (vmbo) en een theoretische leerlijn (havo/vwo). Daarnaast bevat het vmbo ook een theoretische leerlijn, het vmbo-tl (wordt ook mavo genoemd). Het vmbo duurt 4 jaar, de havo duurt 5 jaar en het vwo duurt 6 jaar.
Na de middelbare school gaan:
- vmbo-leerlingen naar het Middelbare Beroepsonderwijs (mbo). Hier leren ze een praktisch beroep, zoals kapper, secretaresse, onderwijsassistent, elektricien. Kijk hier voor alle beroepen.
- havo-leerlingen naar het Hoger Beroepsonderwijs (hbo). Hier leren ze een praktisch beroep, maar ook hoe ze onderzoek kunnen doen. Voorbeelden van wat je na het hbo kunt doen zijn hoofdverpleegkundige, fysiotherapeut, docent (leraar). Nog meer beroepen vind je hier.
- vwo-leerlingen naar de universiteit voor Wetenschappelijk Onderwijs (WO). Hier vind je voorbeelden van wat je na de universiteit kunt doen.
Wil je meer weten over het schoolsysteem in Nederland? Bekijk dan deze video in het Engels.
Het voortgezet onderwijs (VO) bestaat uit:
– de onderbouw:
- leerjaren 1 en 2 van het vmbo
- leerjaren 1, 2 en 3 van de havo
- leerjaren 1, 2 en 3 van het vwo
– de bovenbouw:
- leerjaren 3 en 4 van het vmbo
- leerjaren 4 en 5 van de havo
- leerjaren 4, 5 en 6 van het vwo
In de onderbouw van het VO volgt elke leerling wiskunde. In de bovenbouw van vmbo en havo kunnen leerlingen een richting kiezen zonder wiskunde. Als ze wél wiskunde volgen, kiezen ze wiskunde die past bij de opleiding die ze na het VO gaan doen.
Er is voor diverse schoolvakken meer informatie beschikbaar: